Iedere jongere verdient een JIM!

Werken met een JIM maakt een systeem met eigen krachten sterker.

Onderzoek wijst uit dat de aanwezigheid van zelfgekozen steunfiguren (in de wetenschap aangeduid
als ‘natuurlijke mentoren’) ervoor zorgt dat jeugdigen beter functioneren op school, in hun werk,
lekkerder in hun vel zitten en minder psychische problemen ervaren (Van Dam et al., 2018).

Hoe versterken we de positie van informele steunfiguren voor de jongeren?
Steunfiguren of informele mentoren spelen een belangrijke rol in het leven van jongeren. Ze zijn vaker beschikbaar voor de jongere en helpen bij het bieden van perspectief. Daarnaast zijn ze een intermediair tussen het gezin en de hulpverlener, waardoor de hulpverlening effectiever is. ‘Kinderen en gezinnen die hulp nodig hebben, kunnen veel steun ervaren van informele steunfiguren.

Samenwerken met informele mentoren uit het netwerk van jongeren: dat is de kern van de JIM-aanpak.

Het gaat hierbij om het organiseren van wederkerige samenwerking tussen jongere, ouder, JIM en de hulpverlener, waarbij de rollen kunnen wisselen Dit is een circulair proces. JIM heeft een sterke relationele oriëntatie, die zichtbaar is in:

(1) de nadruk op de beschermende werking van sociale steun,
(2) het partnerschap dat ze beogen tussen formele en informele hulp, en
(3) de gedachte dat hulpverleners passanten zijn en dat familie, buren en vrienden in de tijd een continue factor vormen.

Levi van Dam (Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie/Spirit Jeugdhulp) ontwikkelde de JIM-aanpak als alternatief voor uithuisplaatsing.

Een JIM (Jouw Ingebrachte Mentor) kan een oom, tante of buurman zijn, in wie de jongere vertrouwen heeft en die de ouders als ondersteunend ervaren. De JIM is een steunfiguur voor de jongere en een adviseur voor ouders en professionele hulpverleners. De JIM krijgt een sleutelrol bij de begeleiding en werkt gelijkwaardig samen met het gezin en de hulpverleners. Het aanwijzen van deze steunfiguur uit de eigen context (niet de ouders) kan een meerwaarde hebben in de begeleiding van jongeren. Op deze manier worden informele (van de JIM, de jongere en de context) en formele (van de hulpverleners) expertise gebundeld, en komt er een andere dynamiek in de behandeling, die het mogelijk maakt uit een impasse te geraken en het bestaande netwerk te verstevigen.

"JIM staat voor 'Jouw Ingebrachte Mentor'. Een jongere kiest zelf zijn JIM. Iemand die hij kent en vertrouwt of waar hij heen gaat als het moeilijk gaat. De JIM is iemand die goed kan meedenken over wat er aan de hand is en hoe bijvoorbeeld school of hulpverleners de jongere en zijn gezin goed kunnen ondersteunen."

Door een persoon als JIM te identificeren en van een aparte naam te voorzien, kunnen hem of haar ook kwaliteiten en verwachtingen worden toegedicht. Hij of zij krijgt door dit identificatieproces ruimte die er voorheen niet was en iedereen kan betekenis ontlenen aan het feit dat die zaken nu in het JIM-schap zijn gepositioneerd. Het gaat om het gezamenlijke proces dat de betrokkenen doorlopen, waarin zij de functie en positie van deze nieuwe entiteit verkennen en vaststellen. Het werken met informele mentoren is een geïntegreerd onderdeel van het gehele traject.

Deze benadering past bij de tendens om binnen de jeugdhulp beter gebruik te maken van de kracht van het eigen netwerk. Een algemene duiding vind je in een artikel op Sociaal.Net .

Levi van Dam, onderzoeker bij het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie en ontwikkelaar van de JIM-aanpak, deed onderzoek onder 200 jongeren die intersectorale behandeling ontvingen. Hij vergeleek 96 jongeren waarbij een JIM werd ingezet met een controlegroep van 104 jongeren binnen de residentiële zorg. De resultaten wijzen erop dat het betrekken van belangrijke volwassenen naast de ouders, uithuisplaatsing kan helpen voorkomen bij jongeren met complexe problematiek. Levi van Dam promoveerde op 14 december 2018 op dit onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam. Dit onderzoek werd uitgevoerd bij verschillende zorgorganisaties onder begeleiding van prof. Geert Jan Stams en prof. Micha de Winter. Over dit onderzoek is een wetenschappelijk artikel gepubliceerd in de British Journal of Social Work.
Gecharmeerd door de stevige theoretische basis van JIM, de veelbelovende resultaten en de fundamentele keuze om de kracht van het eigen netwerk te versterken, kozen we ervoor om de JIM-aanpak te implementeren in onze organisatie, meer bepaald in onze Contextbegeleidingen.



‘Om jongeren met complexe problematiek succesvol te kunnen behandelen, moet de leefomgeving het uitgangspunt zijn en dient er te worden samengewerkt met het sociaal netwerk.’

Levi van Dam, onderzoeker JIM-aanpak