Innovatief project rond Crisishulp

Situering van het innovatief project - 'niet één, maar 2 projecten'

1. Een bijkomende methodiek voor crisisbegeleiding

Na de uitrol van het tweede decreet Integrale Jeugdhulp zoals goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 12 juli 2013 werden we geconfronteerd met een doelgroep die niet de doelgroep van Crisishulp aan Huis (methodiek Families First) is, maar wel instroomde in het aanbod Crisishulp aan Huis. De gebruikte methodiek bood geen antwoord op de noden van deze gezinnen.
Dit waren gezinnen in een acute crisissituatie waar niet noodzakelijk een dreigende uithuisplaatsing aanwezig was. Ook waren er gezinnen waarbij er tevens onduidelijkheid was over de wens tot samenleven en de mate dat er nog voldoende draagkracht aanwezig was in het gezin.
Bijkomend kregen we regelmatig vragen om gezinnen in co-ouderschap (in beide systemen te begeleiden) en gezinnen in acute crisis tijdens het wachten op reeds geïnitieerde residentiële hulp (overbrugging).

 

2. Crisisbegeleiding in geval van (hoog)dringende jeugdhulpvragen

Daarnaast konden we met betrekking tot crisisjeugdhulp niet voorbij aan het feit dat sinds de invoering van het tweede decreet Integrale Jeugdhulp, het aantal aanmeldingen bij de crisismeldpunten significant steeg. De druk op het crisisnetwerkaanbod was (en is) zeer groot.

Twee pijnpunten kwamen bovendrijven. Met de huidige organisatie van het jeugdhulplandschap slagen we er onvoldoende en adequaat in om escalaties in gezinnen te vermijden, alsook om vervolghulp na crisis te installeren. Zeker voor gezinnen waarbij veiligheid een issue is, is dit problematisch. Vraag is tevens of het huidige Crisisnetwerk voldoende een antwoord kan bieden op terechte jeugdbeschermingsvragen. Zo moet sinds 2014 de jeugdrechter een beroep doen op het Crisisnetwerk wanneer hij een hoogdringende maatregel uitspreekt. Hierdoor is het gerechtelijke circuit binnengetreden in het Crisisnetwerk. Dit was en is niet evident. Binnen het Crisisnetwerk Oost-Vlaanderen stelden we vast dat er een duidelijk verschil is tussen vrijwillige (buitengerechtelijke hulp) en gedwongen hulpverlening (gerechtelijke hulp). Dit verschil vraagt een andere inzet, focus en kwaliteit van de inzet van crisisjeugdhulpverlening binnen een traject van maatschappelijk noodzakelijke tot gerechtelijke jeugdhulpverlening, waarbij de focus verschuift van crisis naar veiligheid van kinderen.
Naast de vragen naar crisisjeugdhulpverlening vanuit de gemandateerde voorzieningen op de grens met de gerechtelijke jeugdhulpverlening zijn dit vaak, acute of urgente vragen vanuit de sociale dienst gerechtelijke jeugdhulpverlening, waarbij de dringende uitvoering van de bevolen maatregelen van de jeugdrechter nodig is, ter bescherming van de integriteit en veiligheid van de minderjarige, al dan niet via vordering bij hoogdringendheid van de jeugdrechter door het jeugdparket.
Het Crisisnetwerk was (en is) – mede door haar regelgeving – te vaak in de onmogelijkheid om een afdoend kwalitatief aanvaardbare hulp te bieden in deze situaties, noch qua inhoud, noch qua werkingstermijn en dit zowel voor het mobiele als voor het residentiële aanbod.
Vanuit deze vaststelling werd in samenwerking met OSD Oost-Vlaanderen vorm gegeven aan een begin van antwoord op een nood aan crisishulpverlening in geval van (hoog)dringende jeugdhulpvragen.
 

Het innovatief project

Om op beide vaststellingen een antwoord te vinden, liep vanaf 1 oktober 2018 tot en met 30 juni 2020 het innovatief project, zoals goedgekeurd door het Agentschap Opgroeien.

Een relaas van dit project en ons leerproces hieromtrent vind je in: